De jaarlijks terugkerende Zefir7 avond waarin de nieuwe lichting net afgestudeerde ontwerpers zich presenteert trekt altijd volle zalen. Terecht, iedereen wil zich baden in de belofte die spreekt uit jong talent.
Bij het selecteren van de sprekers wordt geen thema in gedachten gehouden, maar toch blijkt er elk jaar een rode draad te lopen door de gepresenteerde projecten. Dit jaar zat de valsheid van het virtuele in de lucht. De vijf sprekers vertelden ons in een volle Idazaal over de wegen die zij met hun eindexamen hebben bewandeld.
Jelte van Abbema onderzocht voor zijn afstudeerproject aan de Design Academy de noodzaak van groei en het onvermijdelijke verval dat hiermee gepaard gaat. Na een reeks experimenten concentreerde hij zich op de gedachte aan de computer, die het proces van zijn eigen verval nooit in beeld brengt. Hij ontwikkelde een reeks van fonts die door verschillende vormen van verval in de loop van tijd van gedaante veranderen. Bladeren verdrogen, bacteriën groeien, suikerklontjes smelten. Met een ongekende ijver en precisie heeft hij zijn project uitgewerkt, als een dwaze professor die ons moet redden van eeuwig houdbare informatie.
Een ware worsteling was de vaste huisstijlopdracht van het eindexamenjaar aan de Willem de Kooning voor Meinhard Spoor. De ontwikkeling van een identiteit voor het beeldinstituut stelde hem vanwege de uiteindelijke leegte van beelden voor zulke gewetensbezwaren, dat hij prompt een onderzoek startte naar de manier waarop commerciële beelden beslag leggen op de openbare ruimte en onze levenssfeer. Onoorspronkelijke, onechte commerciële reclamebeelden moesten verdwijnen uit zijn beeldloze glossy. Naar mijn idee miste zijn uitwerking scherpte: 95 procent van de inhoud van zo’n glossy is tenslotte marketing. Is dat erg? Zijn degenen die dat niet door hebben, niet zo ver heen, dat we ze gewoon maar in de waan moeten laten?Zijn tweede, vrije project behandelde het thema dat een beeld zich distantieert van de werkelijkheid en dat het beeld daarvan nog een stap verder gaat, enzovoort. Dat observeerde hij in de naaldboom in het bos en zijn glimmend witte, kunsstof namaakkerstboom, en in de kanalen van Venetië en hun levensechte replica in een hotel in Las Vegas. Hij maakte affiches met Droste-effect, waaronder een affiche op een meterkast, op een affiche op een meterkast, op een… – en combineerde het oorspronkelijk object met zijn geëvolueerde, gemoderniseerde achterneef. Het resultaat: zes affiches die het publieke domein diep vervreemden van de aanschouwer.
Pierre Derks (Koninklijke Academie) liet ons meekijken in het archief dat het resultaat is van zijn zoektocht naar onbewust gedeelde documenten op peer-to-peer netwerken. De resultaten doen je gruwelen en lachen tegelijk, met amateuristische portretten van heerlijk normale mensen, sollicitatiebrieven op rijm, en thuisgemaakte filmpjes van dansende tieners met een borstel als microfoon. Om me heen zag ik benauwde gezichten. Voyeurisme is leuk, zolang het jezelf niet betreft. Hier toonde Pierre zijn piëteit jegens de onwetende bestandsuitwisselaars: hij maakt hen anoniem met het bekende zwarte oogbalkje. Pierre heeft geen poging gedaan om zijn vormgeversstempel op het archief te zetten. Het is wat het is en dat is prachtig.
Aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem hield Jeremy Jansen zich op een andere manier bezig met de ontsluiting van het menselijke in de digitale wereld. Sinds enige tijd stelt Google boeken waarvan het auteursrecht is verlopen gratis ter beschikking op het web. Jeremy richtte zich op het zichtbaar maken van de menselijke kant hiervan. Gelukkig voor ons (en ongelukkig voor degenen die daar hun boterham mee moeten verdienen) worden de boeken met de hand ingescand, en waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Een hand hier, een vlek daar, een pagina op zijn kop in het midden. Jeremy bundelde deze bijna goddelijke revelaties onder de prachtige naam Ex-Libris. Immers: van wie zijn die boeken, nadat je ze thuis hebt geprint?
Dat je als ontwerper met een fascinatie voor landschap en scherp verstand een uitstekende redacteur kan zijn, bewees Petra Warrink (HKU). Zij selecteerde quotes, beeld en artikelen en goot alles in een sec vormgegeven boek dat in dienst staat van de informatie, waardoor de kracht van de inhoud versterkt wordt. Zelfs Richard Long, toch wel een beetje het onvermijdelijke cliché, wist zij op zo’n wijze een plaats te geven dat hij het werk van minder bekende kunstenaars, schrijvers en analisten versterkt.
Het was goed om te zien dat deze lichting haar hersens heeft gebruikt: opdrachten zijn niet klakkeloos overgenomen en er is op intelligente en integere wijze omgesprongen met de bevindingen van het onderzoek dat aan het vormgevingsproces voorafging. Jammer is het wel te moeten constateren dat academies nog steeds geen plaats in hun curriculum reserveren voor de kunst van het presenteren. Zij die gezegend zijn met een extraverte natuur, articulatievermogen en gevoel voor de aandachtsspanne van een publiek, komen er wel. Degenen die harder moeten werken voor de gunst van hun toehoorders hebben in dat opzicht extra aandacht nodig. Enkele simpele tips over voorbereiding, intonatie, presentatiemiddelen en helderheid zullen pas-afgestudeerden niet alleen glansrijk door een Zefir avond loodsen, maar hen ook helpen bij het verwerven van opdrachten of het solliciteren (gruwel!) naar een baan.
Anne Miltenburg
WWW
Jelte van Abbema
Meinhard Spoor
Pierre Derks
www.dirkpereres.org
Jeremy Jansen
www.visualtrashcan.com
Petra Warrink
Jelte van Abbema
jelterskelter@hotmail.com
Meinhard Spoor
meinhardspoor@gmail.com
Pierre Derks
pierrederks@hotmail.com
Jeremy Jansen
jeremy@visualtrashcan.com
Petra Warrink
petrawarrink@planet.nl